Kort verhaal. Door Annelou Ypeij

Na een hoop voorbereidingen en emoties gaat het vandaag gebeuren; de testamenten worden ondertekend. Johanna is vroeg bij Rogier in het verpleeghuis. Ze vervangt zijn ondergekwijlde poloshirt door een overhemd en vraagt de verpleging zijn inco – in gewone mensentaal: luier – te verschonen. Ze scheert hem en doet hem keurig gepoetste schoenen aan. Vervolgens zet ze hem op een stoel en repeteert met hem.

‘Weet je wat er vandaag gaat gebeuren?’

‘Vandaag word ik een zwerver,’ antwoordt Rogier, zoekend naar de juiste bewoording om uiting te geven aan zijn angst, dat de volmacht die hij gaat tekenen, de betekenis krijgt van een ondercuratelestelling.

‘Zie het als een versteviging van ons huwelijkscontract,’ zegt Johanna. ‘Jij geeft mij een mandaat om in jouw naam te handelen.’

Ze vertelt opnieuw over de mogelijkheid tot herroepen, de verdeling van de boedel, afvullegaten en de langstlevende regeling. Rogier oefent zijn handtekening.

‘Ik moet groter tekenen,’ zegt hij tegen zichzelf.

Wanneer hij eenmaal in de rolstoel zit, gaan ze op weg naar het notariskantoor aan de overkant.

Het kantoor heeft een onmiskenbaar vrouwelijke touch: bloemen in moderne vazen, kunst aan strakke muren, peperdure design-koffiekopjes en een Rituals-selectie in alle kleurtjes op de wc. De notarissen zelf zijn eveneens onberispelijk vrouwelijk met hoge hakken, gelakte nagels en stijlvolle kleding. Een uiterst gesoigneerde omgeving.

Rogier en Johanna worden vriendelijk in de wachtkamer geïnstalleerd. Binnen een minuut geeft hij aan naar de wc te willen.

‘Dat had ik zo graag willen voorkomen,’ roept Johanna geïrriteerd uit.

Ze staat op en gaat met hem de toiletruimte binnen. Ze helpt hem op een wc en laat de deur op een kier. Al wachtend, leest ze de etiketjes van de Rituals-flesjes.

‘Gaat het?’ vraagt ze na enkele minuten.

‘Nee.’

Ze zucht en opent de deur. Rogier zit half op de bril. Ze pakt zijn beide handen stevig vast en trekt hem omhoog. Haar ergste vermoedens blijken waar: poep aan zijn billen, op de bril, op de grond, en op zijn overhemd.

Een half jaar eerder betekende poep voor Johanna de uiterste grens. Ze wilde alles doen: urinalen legen, sondes dompelen, pillen aanreiken, naaldjes prikken, nagels knippen, plas opdweilen … alles behalve ontlasting. Die keer thuis in de badkamer dat ze Rogiers derrie onder haar nagels kreeg, was voor haar de limiet.

‘Ik doe het niet langer. Ik hou ermee op,’ schreeuwde ze woedend, vol walging.

Hun zoon Feiko die juist binnenstapte om hen te helpen, zei: ‘Joh, het is één keertje. Doe niet zo dramatisch.’

Johanna wist beter. Het kon maanden duren, voordat een vergelijkbaar incident zich aandiende, maar het luikje naar de toekomst was opengegaan en gaf zicht op de ellende die nog moest komen.

Daar in dat smetteloze notariskantoor met haar man hulpeloos leunend tegen de muur, zijn broek op zijn knieën, verbaast ze zichzelf door haar kalmte en routine. In no time heeft ze alles schoongewassen, afgeveegd, gepoetst en doorgetrokken. De vlek op zijn overhemd lijkt door het wrijven op chocola. Prima te doen dus.

Aan de tafel bij de notaris knikt Rogier begrijpend bij de uitleg over het afvullegaat en reageert opgelucht wanneer ze het verschil tussen ondercuratelestelling en volmacht empathisch en charmant uit de doeken doet. Hij zet zijn handtekening met een krachtig gebaar. Het micro-schrift is even verdwenen.

Over de auteur: Annelou Ypeij (1959) is antropoloog en onderzoeker. Over de ziekte van haar inmiddels overleden man en haar rol als mantelzorger schreef ze het boek Schudverlamming, een autobiografisch verhaal over liefde en verlies. Uitgeverij Elikser, november 2022.

Dit korte verhaal is een hoofdstukje uit het boek. Het is tevens gepubliceerd in Alice in Schrijven Magazine, Jaargang 26, nummer 4, augustus 2022, www.schrijvenonline.org.