Help, mijn geliefde heeft een hersenziekte: verhalen, informatie en ervaringen

Vijf miljoen Nederlanders zijn mantelzorger. Wie zijn ze en wat doen ze?

Nederland telt vijf miljoen mantelzorgers. Dat is bijna vijfendertig procent van de Nederlandse volwassen bevolking. Een intrigerend cijfer dus. Wie zijn deze mensen en wat voor zorgtaken doen ze? Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) geeft antwoorden.

Vijf miljoen mantelzorgers

In 2019 gaf vijfendertig procent van de 16-plussers hulp aan bekenden. Dat komt neer op ongeveer vijf miljoen Nederlanders;  830.000 mensen doen dit langdurig en intensief, met andere woorden langer dan drie maanden en acht uur of meer per week. Ten opzichte van eerdere peilingen van het SCP zijn deze cijfers licht aan het stijgen (2020, p. 34).

Het zijn vaker vrouwen die mantelzorg geven. Zij hebben minder vaak dan mannen een voltijdsbaan en pikken wellicht eerder signalen op, dat iemand hulp behoeft. Vooral mensen in de leeftijd 45-64 jaar geven mantelzorg, wat onder anderen samenhangt met hun ouders die hulpbehoevender worden. Mensen van 75 jaar of ouder geven minder vaak mantelzorg, maar als zij dat doen dan is het intensief, vooral als zij hulp verlenen aan hun partner (p. 35).

Een op de zes mantelzorgers, oftewel ruim 800.000 mensen geven hulp aan iemand met geheugenproblemen of dementie. Bijna een kwart van de mantelzorgers (1,2 miljoen) ondersteunt iemand met psychische problemen zoals een angststoornis of depressie of psychosociale problemen zoals een verslaving of eenzaamheid (p. 46-47)

Wat is mantelzorg?

Het SCP noemt mantelzorg de hulp die mensen aan elkaar geven wegens de onderlinge band die zij hebben. Het betreft de zorg voor naasten met gezondheidsproblemen en komt voort uit de persoonlijke relatie tussen hulpverlener en -ontvanger (p. 17). Volgens de website van de overheid ben je mantelzorger als je voor iemand zorgt in je omgeving met wie je een sociale relatie hebt, zoals een familielid, vriend of buur. Het is vrijwillig, langdurig en intensief. [1]

Het woord mantelzorg is gemunt door Prof. Johannes Hattinga Verschure. Hij introduceerde het in 1972 in een studie over verschillende vormen van zorg, naast professionele zorg en zelfzorg. Mantelzorg is volgens hem zorg in een kleine groep waarvan de leden onderling met elkaar in relatie staan. De zorg die men binnen zo’n groep verleent, is ‘voor elk lid van de groep als een mantel die verwarmt, beschut en beveiligt.’ [2]

Wat doen mantelzorgers?

Mensen helpen anderen met uiteenlopende taken. De steun die het meeste wordt gegeven is gezelschap of emotionele steun. Dit is een belangrijke aanvulling op de zorg die professionals bieden en die hier meestal geen tijd voor hebben. Verder helpen mensen met vervoer en/of begeleiding bij een artsenbezoek, hulp bij het huishouden en hulp bij de administratie en bureaucratie. Ook bieden mensen hulp bij persoonlijke verzorging, denk aan douchen, en verpleegkundige hulp, zoals het aanreiken van medicatie of wondverzorging. Hierbij vervangen ze in feite professionals (p. 44). Hoewel veel mensen positief staan ten opzichte van de hulp die ze bieden, kunnen hun taken ook te zwaar worden. Bijna één op de tien mantelzorgers, 460.000 mensen, ervaren overbelasting. In het bijzonder mensen die langdurig en intensief hulp bieden en dan vooral als zij samenwonen met een hulpbehoevende partner of kind, voelen zich overbelast. Ook degenen die hulp bieden bij geheugenproblemen, dementie, psychische of psychosociale problemen ervaren ernstige belasting (p.49-50).

Belang mantelzorg – Programma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor ouderen (WOZO)

Het beleid rond zorg van het afgelopen decennium leunt sterk op de ideeën van Prof. Hattinga Verschure. Hij kende een grote rol toe aan mantelzorgers. Hij pleitte ervoor om zorginstellingen kleinschaliger te maken en meer te investeren in thuiszorg ter ondersteuning van mantelzorg [3]. We zien deze ideeën terug in de WMO, de wet die wordt uitgevoerd door de gemeenten. Bij hulpvragen, bijvoorbeeld voor huishoudelijke hulp, organiseert een ambtenaar een zogenoemd keukentafelgesprek waarbij wordt gekeken naar wat mantelzorgers kunnen bijdragen en wat zij nodig hebben om te kunnen blijven mantelzorgen. Pas daarna wordt er professionele zorg ingezet. Ook in het Programma WOZO, dat minister langdurige zorg Conny Helder in de zomer van 2022 in een brief aan de tweede kamer presenteerde, resoneert de visie van Hattinga Verschure [4]. In de brief staat dat ouderen zo lang mogelijk zelfstandig willen zijn, regie willen houden op hun eigen leven en willen wonen op een plek waar ze zich thuis voelen.  Het idee van dit programma is ouderen zo lang mogelijk thuis te laten wonen door de inzet van mantelzorgers uit het netwerk van de ouderen in combinatie met professionele zorgverleners. Alleen als dat niet meer gaat en de zorgvraag heel complex is geworden, kan een oudere verhuizen naar een verpleeghuis. Gezien de vergrijzing zou de verpleeghuiszorg in de toekomst moeten worden verdubbeld en dat gaat volgens minister Conny Helder niet gebeuren, want we hebben het personeel daar niet voor, zo zegt ze in een uitzending van Op1 [5]. 

Hoe gaan mantelzorgers dat doen?

De plannen van de minister zijn in de basis positief. Ouderen blijven deel uit maken van de gemeenschap en samenleving en verdwijnen niet meer in een bejaardentehuis (die de laatste tien jaar zijn opgeheven). Toch zijn ze tegelijkertijd verontrustend, want hoe gaan mantelzorgers dit doen? Een grote groep van hen ervaart nu al overbelasting. De verwachting is dat het aantal mensen met dementie enorm zal toenemen en juist die groep verliest de regie over het eigen leven en wordt zeer afhankelijk. De verhalen van mantelzorgers die zorgen mensen met dementie getuigen van de zwaarte van hun taak. Gaan we dan nog meer van ze vragen?

Gebruikte literatuur

Sociaal Cultureel Planbureau (2020) Blijvende bron zorg van zorg. Ontwikkelingen in het geven van informele hulp 2014-2019, Den Haag: SCP.

Noten

[1] Zie https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/mantelzorg/vraag-en-antwoord/wanneer-ben-ik-mantelzorger, geraadpleegd 26-09-2022

[2] J.C.M. Hattinga Verschure (1981) Het verschijnsel zorg. Inleiding tot zorgkunde. Lochem: De Tijdstroom, tweede druk, p. 56.

[3] Hattinga Verschure, p. 146-147.

[4] Brief aan de Tweede Kamer, 4 juli 2022, Programma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen (WOZO) https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2022/07/04/brief-inzake-programma-wonen-ondersteuning-en-zorg-voor-ouderen-wozo, geraadpleegd 7 januari 2023

[5] https://www.npostart.nl/conny-helder-over-haar-plan-om-de-ouderenzorg-in-nederland-anders-te-organiseren/04-07-2022/POMS_BV_16948492, 4 juli 2022 (minuut 3.05 – 3.12), geraadpleegd 7 januari 2023

« »